Reactie op de toelichting van Arnout Hoekstra omtrent de royementen

Op 13 november 2020 heeft Arnout Hoekstra namens het partijbestuur een uitgebreide toelichting over de royementen rondgestuurd aan alle afdelingsvoorzitters van de Socialistische Partij. Deze mail is hier te lezen. Dit is de tweede mail hierover van het partijbestuur. De eerste mail, en de reactie hierop van Matthijs van Otterdijk, kan je hier lezen. Wederom heeft Matthijs een reactie geschreven, die wij hier publiceren.

Beste afdelingsvoorzitters, bestuursleden en andere meelezers,

Na de eerdere beknopte uitleg die Jannie Visscher aan de afdelingsvoorzitters stuurde over de gevallen royementen, heeft nu ook Arnout Hoekstra een verklaring gestuurd. Zijn verklaring, die vijf kantjes tekst beslaat, is een stuk uitgebreider dan hetgeen waar Jannie mee aan kwam zetten. Het lijkt erop dat het dagelijks bestuur inziet dat met een paar halve woorden deze zaak niet weggaat. Helaas is ook deze nieuwe verklaring op veel punten incompleet, en op andere punten onjuist. Wederom voel ik mij dus gedwongen om mezelf, als een van de geroyeerden, te verdedigen tegen deze aantijgingen en te verduidelijken wat er echt aan de hand is. Een aantal zaken zijn al uitgebreid aan bod gekomen in mijn vorige reactie, en ik zal mezelf daar niet in herhalen. Ik beperk mij tot de nieuwe argumenten die Arnout aanhaalt.

Royement of Beëindigen Lidmaatschap?

Laten we beginnen met de bewering van Arnout Hoekstra dat er slechts sprake is van het beëindigen van lidmaatschap, en dat van een royement geen sprake is, omdat onze statuten die term niet zouden kennen. Voor zover ik kan inschatten is dit een juridisch trucje. Voor de wet en voor de statuten zijn er namelijk twee vormen van mensen een vereniging uitzetten. Als eerste kan een lidmaatschap worden beëindigd. Dit is geen strafmaatregel, en is inzetbaar bij kleine zaken. Bij deze maatregel is de bewijslast niet zo hoog. Daarnaast kan iemand uit het lidmaatschap worden ontzet, wat een veel zwaardere maatregel is, met een veel hogere bewijslast. Door voor die eerste optie te gaan, hoopt het partijbestuur op een makkelijkere procedure, en kunnen zij in hun uitingen naar de rest van de partij doen alsof de geroyeerde leden gewoon weer terug mogen keren bij de SP, zodra zij niet langer lid zouden zijn van Communistisch Platform en/of Marxistisch Forum.

Echter klopt de claim van Arnout Hoekstra dat van de geroyeerde leden enkel het lidmaatschap is beëindigd niet. In alle ontvangen brieven staat naast dit beëindigen van het lidmaatschap namelijk nog dat ‘subsidiair’ de geroyeerde leden ook op basis van artikel 8, lid 4 van de statuten uit de partij zijn ontzet, wat de juridische term is voor een royement. Dit houdt in dat, indien de beëindiging van het lidmaatschap niet standhoudt, het partijbestuur alsnog zal teruggrijpen op ontzetting.

Een tweede belangrijk detail hierin is dat op de aangetekende envelop die ik, en de andere geroyeerde leden op Olaf Kemerink na, hebben ontvangen wel degelijk vermeld staat dat het gaat om een ‘Brief Royement’. Arnouts claim dat het niet om een royement zou gaan is dus erg raar. Ik zal wederom de brief toevoegen als bijlage, alsook een scan van het etiket van de aangetekende brief. Verder zal ik het consequent een royement blijven noemen.

Ondermijning

Onder ‘Hoe werkt het?’ beschrijft Arnout Hoekstra hoe volgens hem de ondermijning van de SP-democratie in zijn werk gaat. Arnout ziet een breed netwerk van online pagina’s en offline vrijetijdsbestedingen, en ziet achter dit alles de sturende hand van het Communistisch Platform. Zo zou Communistisch Platform boswandelingen organiseren met als doel om mensen te radicaliseren totdat ze bereid zijn tot geweld.

Dit is even hilarisch als onwaar. Het klopt dat er een breed netwerk van initiatieven bestaat, en dat er een grote mate van overlap tussen al deze initiatieven is. Wat echter niet klopt is dat Communistisch Platform hier sturend achter zou zitten. Al deze initiatieven zijn redelijk spontaan ontstaan doordat mensen ‘iets’ wilden doen om het socialisme te bevorderen. Zo is Kameraadschappij de Stroom (de enge wandelvereniging waar Arnout naar refereert) ontstaan omdat mensen zochten naar een manier om gezellig met elkaar om te gaan buiten de politieke activiteiten waar men elkaar al trof, vanuit het idee dat we elkaar juist ook informeel moeten leren kennen in een ongedwongen sfeer. Bij de Kameraadschappij zijn inderdaad een hoop sympathisanten van Communistisch Platform actief, en zij verhullen hun politiek niet. Dit is echter hun vrije keuze. Zij worden hier niet in aangestuurd door Communistisch Platform. Met deze initiatieven worden trouwens een hoop linkse jongeren bereikt, die zich niet eerder aan een politieke partij hadden gebonden. Enkelen zijn juist dankzij de Kameraadschappij lid geworden van de SP.

Ook als het gaat om memepagina’s heeft Arnout het bij het verkeerde eind. Hier zit geen sturende hand van Communistisch Platform achter. Wat echter nog veel belangrijker is, is dat de rol van de ideologie van het Communistisch Platform door Arnout volledig verkeerd wordt ingeschat. Hij suggereert dat deze ideologie naïeve nette SP-jongeren tot geweldsbereidheid radicaliseert, terwijl ze anders braaf de partijlijn waren blijven volgen. Het tegendeel is waar.

De sympathisanten van het Communistisch Platform hebben geen alleenrecht op linkse politieke memes. Er is op Facebook een veelheid aan pagina’s actief, ieder met een andere politieke lijn. Andere herkenbare stromingen zijn bijvoorbeeld meer op identiteitspolitiek gericht, meer in lijn met de politiek van BIJ1 en hun jongerenorganisatie RADICAAL. Daarnaast is er een hardere, puurdere marxistisch-leninistische lijn, zoals leden van de Communistische Jongerenbeweging (CJB, de jongerenbeweging van de NCPN), en leden van de maoïstische Revolutionaire Eenheid propageren.

Deze stromingen vissen actief onder ontevreden ROOD-jongeren, regelmatig met succes. Meerdere mensen zijn de afgelopen jaren vertrokken naar de CJB of naar BIJ1. Dit omdat zij binnen de SP niet langer perspectief zagen voor echte socialistische politiek. De mensen die bij de SP bleven, ondanks hun ontevredenheid, deden dit meer dan eens juist doordat zij met Communistisch Platform wel nog perspectief zagen. De standpunten waarop zij gewonnen zijn, zijn echt niet de geweldsstandpunten waar Arnout zo wanhopig op hamert. Wie echt geweldsbereid is blijft niet rondhangen in de SP. Nee, de punten waar mensen op gewonnen worden zijn zaken als de visie van Communistisch Platform op de partijdemocratie, hun pleidooi voor principiële oppositie in plaats van voortijdige regeringsdeelname, en de internationalistische visie in plaats van het bekrompen chauvinisme dat steeds vaker vanuit de leidende lagen van de SP wordt geuit.

De kritische jongeren die bij de SP zijn gebleven, of zich juist bij de SP hebben aangesloten, doen dat omdat zij heil zien in een brede Socialistische Partij en hopen de SP te kunnen verbeteren. Zonder Communistisch Platform zouden deze mensen of gedesillusioneerd de politiek hebben verlaten, of zijn overgestapt naar een van de vele andere organisaties die hen maar wat graag willen betrekken.

Kortom, de ideologie van Communistisch Platform is er niet een die naïeve jongeren radicaliseert tot geweldsbereidheid. Het is juist een ideologie die mensen hoop geeft in een strategie georiënteerd op het bouwen van een sterke SP, waarbinnen effectief voor belangrijke standpunten gepleit kan worden. Met de royementen loopt deze hoop echter een grote deuk op. De kans is groot dat als de ingeslagen koers wordt volgehouden, veel leden, vooral binnen ROOD, de komende tijd de partij zullen verlaten. Ook leden met andere overtuigingen raken gedesillusioneerd, want juist de ruimte voor een veelvoud aan socialistische ideeën spreekt men aan en als die ruimte er niet komt zullen steeds meer mensen ons verlaten. Zo zijn al veel kritische leden vertrokken en dat zal ook blijven gebeuren.

Arnouts suggestie dat initiatieven niet spontaan kunnen ontstaan, maar dat daar de manipulerende hand van een geheimzinnige organisatie achter moet zitten, lijkt mij een afspiegeling van hoe het partijbestuur te werk gaat. Eigen initiatief van leden wordt niet gewaardeerd, en op elk groepje dat zich binnen de SP manifesteert, probeert het partijbestuur krampachtig controle te houden. Een goed voorbeeld hiervan is het platform Rood voor Roze (nu de regenboogwerkgroep), een initiatief van SP-leden met een lhbti+-achtergrond die discriminatie, onder anderen binnen de SP, wilden aanpakken. Deze groep werd onder druk van het partijbestuur omgevormd tot een groep die enkel naar buiten mocht treden met verhalen over hoe goed de SP op lhbti+-thema’s is. Alles werd ingekaderd door partijbestuursleden, waaronder Arnout, terwijl tegelijk Kamerleden als Jasper van Dijk zonder overleg koers kunnen bepalen. Deze eenzijdige vorm van micromanagen zien we vaker terug binnen de SP, en slaat nieuwe ideeën, enthousiasme en creativiteit neer. Er is enkel ruimte voor zij die in de pas lopen. Als resultaat zie je dat iets als Rood voor Roze steeds opnieuw moeilijk van de grond komt.

Gezien deze krampachtige controlerende houding richting ledeninitiatieven kan ik mij voorstellen dat Arnout een dergelijke houding projecteert op Communistisch Platform. Hij kan zich kennelijk niet voorstellen dat een organisatie mensen toe zou staan om eigen initiatieven op te zetten zonder daar vergaande controle over te eisen. De aanwezigheid van (vermeende) leden en sympathisanten van het Communistisch Platform kan voor hem dus niets anders betekenen dan dat Communistisch Platform achter de schermen aan de touwtjes trekt.

Al deze initiatieven hadden prima binnen de SP georganiseerd kunnen worden, als de SP hiervoor open had gestaan. Ik heb begrepen dat er ook wel is geprobeerd met een aantal initiatieven om deze in samenwerking met de SP te doen, of zelfs geheel onder de SP te laten vallen. Dit is echter steeds afgehouden door de SP-top zelf, die geen interesse toont voor alternatieve ideeën voor het opbouwen van de partij. De verontwaardiging nu dat mensen het durven om buiten de partijstructuren iets op te bouwen is dan ook zeer hypocriet.

De interne partijdemocratie

De kritiek van Communistisch Platform op de interne partijdemocratie hoeft hier niet herhaald te worden. Alle punten die Arnout Hoekstra aandraagt over waarom de huidige partijstructuren voldoende democratisch zijn, worden meer dan voldoende ontkracht in meerdere artikelen op communisme.nu, en het wordt al jaren regelmatig aangekaart door verschillende leden. Ik wil mensen wederom wijzen op de bronnenlijst op het eind, met daar wat linkjes naar artikelen hierover.

Wel wil ik specifiek ingaan op de bewering dat de afgelopen twee jaren er meerdere grote discussies op de partijraad zijn geweest, wat zou bewijzen dat de structuren ruimte laten voor discussie over omstreden onderwerpen. Het klopt dat op de partijraad af en toe omstreden onderwerpen worden besproken. Arnout impliceert echter dat dit geheel automatisch gebeurt, volledig binnen de structuren. Dit is simpelweg niet waar. Omstreden onderwerpen worden geagendeerd omdat partijleden zich van te voren verenigen. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is het vluchtelingenstandpunt waar ‘de Groep’ zich in 2018 en 2019 op organiseerde. Dankzij hun organisatie buiten de structuren en volharding om dit bespreekbaar te maken, is hier inderdaad uiteindelijk op de partijraad van maart 2019 het nodige over gezegd. Hadden zij dit niet gedaan, dan was dit hooguit een hamerstuk geweest. Hetzelfde geldt voor meer recente voorbeelden, zoals de discussie rond de Voor14-campagne en de discussie rond CPB-doorberekening van het programma. Deze partijraaddiscussies waren niet mogelijk geweest als er niet van tevoren mensen al afdelingoverstijgend bezig waren geweest om ideeën hierover uit te wisselen en steun te vergaren voor hun standpunten.

Ten slotte wil ik wijzen op de huidige discussie rond de royementen. Deze hele discussie vindt nu eigenlijk plaats buiten de partijstructuren, via mails aan een grote hoeveelheid partijleden bij gebrek aan de mogelijkheid van een platform binnen de partijstructuren om deze discussie te voeren. Binnen de partijstructuren zou deze discussie simpelweg onmogelijk zijn. Stel dat dit niet een mailwisseling zou zijn, maar een regioconferentie, een congres, of een partijraad. De normale gang van zaken zou dan zijn dat ik 2 minuten het woord zou mogen voeren, wat mijn enige mogelijkheid zou zijn om mensen te overtuigen. Vervolgens zou iemand van het partijbestuur uitgebreid de tijd mogen nemen om te vertellen waarom ik ongelijk heb, dat zouden we mogelijk nog 1 ronde herhalen en dan zouden we erover stemmen. Zou er in een dergelijk formaat de mogelijkheid zijn voor een ideeënuitwisseling zoals die nu plaatsvindt? Zou dit een eerlijke ideeënuitwisseling op gelijke voet zijn? Ik weet zeker van niet.

Daar komt bij dat, zoals al eerder gesteld, de beslissing in juli om Communistisch Platform tot een partij te bestempelen door het partijbestuur is genomen en toen alleen naar de medewerkers is gecommuniceerd. Veel partijleden hoorden er daarom pas recent van, nota bene via de media. Ook hier is er dus nog geen sprake van open discussie geweest, met bijvoorbeeld afrondend een beslissing op de partijraad.

Partij in een partij

Arnout stelt dat het Communistisch Platform en Marxistisch Forum een partij binnen een partij vormen. Veel mensen, waaronder ik, hebben hem gevraagd toe te lichten wat ‘een partij’ dan precies inhoudt. Nu legt hij uit dat het zelfstandige eenheden zijn met eigen websites. Hij zegt zelf: ‘Het is een politieke organisatie met een eigen partijstructuur met conferenties, besluitvorming, politieke opvattingen en een gekozen uitvoerend comité met als doel de SP om te vormen tot een “klassiek Marxistische partij” en de democratische partijstructuur aan te tasten.’ Wat hierin opvalt is dat hij Marxistisch Forum en het Communistisch Platform eigenlijk weergeeft als een geheel, terwijl er duidelijk een verschil is tussen het Communistisch Platform dat al jaren actief is en een nieuw initiatief als het Marxistisch Forum. Voor zover ik weet ligt er ook nog steeds geen besluit bij het partijbestuur dat Marxistisch Forum een politieke partij is, toch handelen ze hier wel naar.

Het valt ook op dat in deze uitleg nog steeds weinig onderscheid te maken valt tussen andere politieke organisaties, vakbonden, de milieubeweging en vluchtelingenorganisaties. Wat je nou direct een partij maakt lijkt nog steeds arbitrair. Het antwoord lijkt te zijn: Je bent een politieke partij wanneer het dagelijks bestuur je vervelend vindt. De vraag rest ons dan: wanneer worden de mensen achter de Groep vervelend genoeg geacht, wanneer zijn manifesten als ‘Toon je moed’ van Sara Murawski of ‘Pleidooi voor Moed’ van Daan Brandenbarg niet meer toegestaan?

Ik hoop jullie wederom voldoende ingelicht te hebben. Wederom eindig ik met een lijstje bronnen.

Met vriendelijke groet,

Matthijs van Otterdijk